Onze aanpak Opvangen - verzorgen - herplaatsen
De doelstellingen van Stichting Leeuw zijn:
- Ontheemde grote katachtigen opvangen en verzorgen
- Door middel van gedragsonderzoek alle dieren een zo prettig mogelijk leven te geven
- Bezoekers educatie geven over de dieren en ze zo te leren wat ze zelf kunnen doen om deze dieren te helpen
- Deelnemen aan soortbehoudprogramma’s om bij te dragen aan het voortbestaan van de soort in het wild
- Herplaatsen van dieren naar een zo natuurlijk mogelijke habitat
Opvangen
In april 2012 ontving Stichting Leeuw de eerste dieren. De stichting heeft als doel het opvangen van grote katachtigen in nood. Als dat mogelijk is, is de opvang tijdelijk en worden de dieren voorbereid op terugkeer naar hun land van herkomst.
De dieren die opgevangen worden, komen bijvoorbeeld van particulieren, zijn oud-circusdieren of dieren gered uit oorlogssituaties. Door nieuwe wet- en regelgeving mogen roofdieren in steeds minder landen optreden. Voor leeuwen en tijgers is daarom vaak geen plaats meer. Hun eigenaren zoeken dan een plek waar ze van een goede oude dag kunnen genieten. Stichting Leeuw is zo’n plek.
Verzorgen
Zodra nieuwe dieren in het opvangcentrum van Stichting Leeuw aankomen, wordt er alles aan gedaan om ze op hun gemak te stellen. Ze krijgen de tijd om te wennen aan hun nieuwe thuis. Het opvangcentrum van Stichting Leeuw bestaat uit een grote centrale hal met daaromheen de binnen- en buitenverblijven.
Binnen- en buitenverblijf
Omdat de meeste katachtigen apart gevoerd moeten worden, heeft ieder dier een eigen binnenverblijf van ongeveer twintig vierkante meter. In de buitenverblijven kunnen de dieren samenzijn in hun eigen groep. Hoeveel bewegingsruimte ze hebben, verschilt per dier. Kleine katachtigen hebben een buitenverblijf van honderd vierkante meter, een alleenstaande tijger heeft een verblijf van tweehonderd vierkante meter en een leeuwenkoppel heeft bijvoorbeeld vierhonderd vierkante meter.
Spelen in de grote hal
De grote hal in het midden van het opvangcentrum is een soort speelplaats voor de dieren. Een paar keer per week kunnen ze hier, als ze willen, een uur, een halve of hele dag naartoe. In de hal wordt van alles aan gedaan om de dieren nieuwe en interessante indrukken op te laten doen, bijvoorbeeld door middel van nieuw speelgoed, geuren en materialen of het verstoppen van voer.
Door iedere keer nieuwe belevenissen voor de dieren te creëren, blijven ze het leuk vinden om naar de grote hal te gaan. Ook beschikt de hal over een jaagsimulator. De jaagsimulator is een ontzettend mooie manier om dieren hun natuurlijk gedrag te laten uitoefenen en dus als verrijking te worden ingezet.
Bedje van vers stro
Over het algemeen brengen de dieren de meeste tijd door in hun buitenverblijven. Daar hebben ze verhogingen, gras, zand, een bad, speelgoed en vaak ook bamboeplanten. In de zomer als het warm is, slapen de dieren veel of gaan ze in bad om af te koelen, net zoals in het wild. In de winter zijn de dieren vaker in hun binnenverblijf te vinden. Hier hebben ze vloerverwarming en kunnen ze lekker comfortabel liggen op een bedje van vers stro.
Herplaatsen
Stichting Leeuw streeft het doel na om, waar mogelijk, de opgevangen dieren te herplaatsen in een zo natuurlijk mogelijke omgeving.
Waar mogelijk naar het land van herkomst
Omdat alle dieren die bij de stichting verblijven in gevangenschap zijn gehouden, kunnen ze niet overleven in het wild. Ze kennen bijvoorbeeld geen natuurlijke vijanden en hebben nooit zelf voor voedsel gezorgd. Wel is het mogelijk om de dieren te herplaatsen in een omheind natuurpark in een zo natuurlijk mogelijke omgeving, waar ze goed in de gaten worden gehouden.
Stichting Leeuw heeft in Zuid-Afrika een eigen stuk grond waar The Lions Foundation is gevestigd.
Zuid-Afrika
The Lions Foundation is ons eigen opvangcentrum voor grote katachtigen in Zuid-Afrika waar onze leeuwen wonen. Dit ligt op het Schrikkloof Nature Reserve. Hier krijgen herplaatste dieren een eigen afgebakend stuk land van ongeveer 1,5 hectare per dier of koppel. De eerste periode is dat kleiner, zodat ze kunnen wennen aan hun nieuwe omgeving en worden ze nauwlettend in de gaten gehouden door de dierverzorger, van wie ze ook hun voedsel krijgen.
